Adrianus Tiebosch

Koning 1879

Adrianus Tiebosch.

We zijn gekomen aan het schild van 1879. Toen werd voor de laatste keer het koningsschot gelost.

Met moeite kon men iemand vinden, die bereid gevonden werd, om zich voor het koningschap beschikbaar te stellen. Men vond hem in de rentenier, Adrianus Tiebosch, vermoedelijk een zwager van Kerkmeester Hak, die getrouwd was met Petronella Tiebosch. Van Tiebosch mocht men enige belangstelling voor het gilde verwachtten, al was het slechts om familie redenen. Waar Adrianus Tiebosch vandaan kwam hebben we niet kunnen achterhalen, en ook is het onbekend, waar en wanneer hij gestorven is. In Heeswijk heeft hij weinig of geen herinnering achtergelaten. Maar dit weet men nog te vertellen. Arieke Tiebosch was te oud om de vogel te zien of omlaag te halen. Daarom schoot een marechaussee naar voren en plaatste tegen de schutsboom een ladder, waarlangs de gedienstige man het schietgeweer voor Arieke op den vogel richtte. Zelfs de haan werd door de hulpvaardige politie overgetrokken. Het was een zielige vertoning en het verleden van het St. Willebrordusgilde onwaardig. Omstanders mompelde tegen elkaar: “’t Is met de schuts gedaan”! Arieke plaatste zich bij de leer, waar hij het verkrijgen der waardigheid, niets anders behoefde te doen, dan de trekker over te halen. Het kostte hem een zilveren schild, dat in de bovenste helft de afbeelding van H.Willebrord draagt naar de bekende gravure van Bloemaert en waaronder de inscriptie staat: Adrieanus Tiebosch, Koning van het St. Willebrordusgilde, Rentenier te Heeswijk. 1879. Reeds eerder hebben we verteld, dat er twaalf schilden bewaard zijn gebleven. Vaak hebben we ons echter afgevraagd. of er niet veel meer zijn geweest en op deze vraag kregen we onverhoopt een antwoord door de vondst van het boekje bij de familie Verhagen. Hieruit blijkt duidelijk, dat het gilde in 1874 (verder gaan de optekeningen niet) 22 schilden bezat. Na 1874 schoten zich echter nog twee personen Koning, namelijk Adrianus Tiebosch (1879) en Gerardus van der Zanden (1875). Derhalve telde het gilde bij zijn ontbinding 24 schilden. Waar zijn echter de andere twaalf? Zeker niet op het Kasteel! Want toen de inboedel, helaas, geveild zou worden en men een catalogus liet samenstellen op onverbeterlijke wijze, vermelde het derde deel, dat in 1900 verscheen onder nr.994: “Onze plaques aux noms de ceux qui ont gagne aux concours, de 1696 jusqu’ en 1879”. Gelukkig bleef dit heem-bezit onverkocht en, dank zij het goede beheer en toezicht, tot op heden bewaard. Doch waar ter plaatsen bevinden zich de twaalf ontbrekende schilden? Waar is, om een voorbeeld te noemen, het schild van Gerardus Tiebosch, die in 1871 Koning werd? Gerardus Tiebosch was bij zijn tante, Nel Tiebosch, de vrouw van kerkmeester Hak, grootgebracht. Ze woonden tegenover de Abdij, waar eertijds een boerderij stond, die aan van Rixtel toebehoorde en later in eigendom overging aan Jan van den Boom of Jan Melisse, wiens naam nog steeds met eerbied door het oudere geslacht genoemd wordt. Het bidprentje getuigt dan ook van Jan van den Boom, vele diensten heeft hij de mensheid bewezen, hij trotseerde de macht van de groten dezer aarde en verdedigde het goed recht der kerk en van de gemeente. In dit alles niet zichzelf maar het ware heil zijner medeburgers zoekend. Maar we willen Gerardus Tiebosch niet uit het oog verliezen. De jonge man, die zoveel voor de toekomst van zich liet verwachten, stierf op jeugdigen leeftijd, 4 Maart 1877. Een vreselijke dood maakte een einde aan zijn leven; hij stikte in een bloedspuwing.