Willem van de Graaf
Willem van de Graaf
Het schild van Willem van de Graaf, dat in de bovenste helft de buste van H. Willebrord draagt met de staf in de linkerhand, en op de onderste helft vermeld, dat hij in 1854 Koning werd van de Heeswijkse schutterij, plaatst schrijver dezes voor een – van hier uit – onoplosbare moeilijkheid. Van de familie van de Graaf weet men in Heeswijk weinig te vertellen. Oude van dagen hebben van horen zeggen, of, kunnen zich vaag herinneren dat een zekere van de Graaf woonde op de afgebrande boerderij van de overleden C. v. d. Broek. Reeds toen zochten woonwagenlui onder het eikenlommer aldaar verkwikking en nog iets. Op een dag brak een heftige ruzie uit tussen een woonwagen echtpaar, waarbij een mes en een lange haarspeld dienst deden voor aanval en afweer. Van de Graaf vreesde, dat ze elkaar zouden vermoorden, of minstens zware verwondingen zouden toebrengen. Hij besloot dus als vredestichter op te treden. Dat lukte hem inderdaad, ten minste voorlopig. Want het tweetal werd onmiddellijk eens, om met hun beiden de bemiddelaar te lijf te gaan. “Dat nooit meer”! riep van de Graaf uit, toen hij een goed heenkomen had gezocht en gevonden achter muren, deuren en vensters van zijn hoeve “het Sleutje”. Misschien heette de mislukte vredesapostel Hendricus van de Graaf, die gehuwd was met Wilhelmina van Alebeek. In de zeventiger jaren treffen we hem in Heeswijk aan. Vermoedelijk was hij een zoon van Antonius van de Graaf, dien we in het begin van de vorige eeuw aantreffen als hoevenaar van het kasteel.
Uit een schrijven van Baron van den Bogaerde, de Gouverneur van Noord Brabant, blijkt, dat in 1848 Antoon van de Graaf in pacht had de Veerdonkse hoeve, welke in 1852 verhuurd werd aan Martinus van Hasselt en thans in pacht is bij Herman van Gaal. In 1836 blijkt in Heeswijk gevestigd te zijn Geert van de Graaf, landbouwer, en gehuwd met Antonia Jagers. Uit dit huwelijk werd 6 Februari 1844 geboren Willem van de Graaf, die huwde met Theodora Maria op het Hoog, en 4 Maart 1877 plotseling op jeugdigen leeftijd overleed. Maar deze Willem kan onmogelijk de schutterskoning zijn, want in 1854 was hij tien jaar oud, en het gilde van St. Willebrord was een broederschap van mannen. Had hij een oom Willem? Een broer dus van zijn vader Geert? We hebben hem niet kunnen vinden in de geboorte en overlijdensregister van Heeswijk. Waarschijnlijk is de gezochte schutterkoning op een andere plaats geboren en gestorven, en liet hij in Heeswijk slechts de herinnering na van goed om te kunnen gaan met het geweer.
Nadat de koningsschilden van het St. Willebrordusgilde Heeswijk in 1978 op de tentoonstelling hebben gelegen, in Eindhoven, ben ik in contact gekomen met de achterkleinzoon van Willem van de Graaf en op de volgende bladzijden volgt zijn brief.
Berlicum, 23 mei 1978.
Geachte heer W. v. d. Wijgert,
Zoals ik in het archief van de Gilde van Heeswijk heb gelezen, zijn er bij U weinig gegevens bekend over de schutterskoning Willem van de Graaf. Deze Willem, die in 1854 Koning werd van de Heeswijkse schutterij, is mijn overgrootvader, die op 5 februari 1829 werd geboren in St. Michielsgestel en op 22 juni 1908 overleed te Rosmalen. (zie bijlage van bidprentje).
Willem van de Graaf was een zoon van Antonius van de Graaf en Helena van den Heuvel. Deze laatste trouwden op 11 mei 1828 te St. Michielsgestel en Willem was de oudste zoon. Uit dit huwelijk werden nog drie kinderen geboren: Gerarda (3 april 1832), Christina (19 december 1839) en Adrianus (23 maart 1841). Deze gegevens zijn volledig terug te vinden in het parochie archief van St. Michielsgestel.
In uw archief wordt gesproken over Henricus van de Graaf, de “vredestichter”. Hij was een broer van Antonius van de Graaf en dus een oom van Willem de schutterskoning, evenals ook Gerardus (of Geert) van de Graaf, die gehuwd was met Antonia Jagers en als landbouwer in 1836 in Heeswijk gevestigd blijkt te zijn. Uit dit laatste huwelijk werd ook een zoon Willem geboren, maar deze was een neef van onze schutter Willem. De “vredestichter” Henricus was inderdaad gehuwd met Wilhelmina van Alebeek. Men treft hem in de zeventiger jaren van de vorige eeuw nog in Heeswijk aan.
Hoe komt nu Willem de schutterskoning in Heeswijk?
Zijn vader Antonius, door de Baron, Gouverneur van Noord Brabant, Antoon genoemd, woonde als vrijgezel als hoevenaar van het kasteel op de “Veerdonkse Hoeve”, waarschijnlijk in het ouderlijk huis met zijn ouders, tot aan het jaar 1828, als hij trouwt met de dochter van Gerardus van den Heuvel, Helena, uit St. Michielsgestel. Zij gaan in St. Michielsgestel wonen en daar wordt onze Willem geboren en ook zijn broer en twee zussen. Rond 1843 trekt het gezin van Antonius en Helena weer terug naar Heeswijk, om de “Veerdonkse Hoeve” als hoevenaar over te nemen, als opvolger van zijn vader. Zoals uw archief juist aanduidt, woonde dus in 1848 Antoon van de Graaf (vader van de schutterskoning) weer in Heeswijk en had de “Veerdonkse Hoeve” in pacht tot aan het jaar 1852, toen deze boerderij verhuurd werd aan Martinus van Hasselt. ( Nu woont er H. v. Gaal)
Willem is lid van het Gilde St. Willebrord en wordt in 1854 Koning van de Heeswijkse schutterij. Hij was toen nog vrijgezel en 25 jaar oud.
Pas op 8 februari 1866 verlaat hij Heeswijk, als hij trouwt met Joanna Maria van Aggelen uit Berlicum. Koopt grond op de Lofaert en bouwt een boerderij aldaar. In het parochie archief van Berlicum vinden we de trouwakte en ook de geboortebewijzen van zijn vier kinderen: Anthony (12 november 1866), Anna Maria (29 november 1867), Henricus (17 april 1870) en Joannes (8 augustus 1873).
Hij wordt op 27 juni 1884 weduwnaar. Als zijn oudste zoon Anthony op 7 februari 1893 trouwt met Joanna Gevers uit Schijndel, neemt deze de boerderij over en bouwt een nieuwe boerderij, waar nu nog Wim van Erp woont, die getrouwd is met een achterkleinkind van de schutterskoning. Toen zijn enige dochter Anna Maria vlak voor de eeuwwisseling trouwde met Adriaan Dielissen uit Rosmalen en ook daar ging wonen, verhuisde Willem van de Graaf naar Rosmalen en bracht de laatste jaren door bij zijn dochter. Op 22 juni 1908 stief hij daar.
Hij was 79 jaar geworden. Hij leeft in de herinnering van zijn nu nog in leven zijnde kleinkinderen, Petronella Maria en Antonius van de graaf, voort als een blijmoedige man, een grote natuurliefhebber. Hij was rustig en leefde vrij onbezorgd, maar vooral als een zorgzame vader. De boerderij was klein en zijn drie zonen leerden alle drie het leerlooiers vak, eerst in Berlicum. Later Henricus en Joannes in Grave, vanwaar Joannes later als meester looier in Oss zijn vak uitoefende en Henricus later in Veghel een eigen leerfabriek opricht, die later door zijn zoon Wim wordt voortgezet en nu weer door diens zoon H. van de Graaf wordt voortgezet als huiden en leerhandel in de Prof. Oppenheimstraat in Veghel.
Geachte Heer van de Wijgert, hopelijk ben ik U met deze gegevens van dienst en is dit schrijven een mooie aanvulling voor uw archief van het roemruchte Gilde van St. Willebrord van Heeswijk, dat zo’n roemrijk verleden heeft. Van mijn kant wil ik in de toekomst graag eventuele verdere gegevens aan U doorgeven. Voor ons familie archief zouden we graag , als het mogelijk is, een foto of kopie daarvan ontvangen van het schild van Willem van de Graaf. Omdat ik over drie dagen weer naar het Amazonegebied in Zuid Amerika vertrek, is het niet meer mogelijk U persoonlijk te bezoeken. Wens U tenslotte alle goeds toe, ook voor het Gilde van St. Willebrord en hoop U over enkele jaren nog eens te ontmoeten..
Met de meeste hoogachting,
Th.J.J. van Zoggel
Achterkleinzoon van Willem van de Graaf, schutterskoning in 1854 te Heeswijk.
Een foto van het schild van Willem van de graaf is inmiddels in hun bezit.